Het is bijna zomervakantie en iedereen in huis is moe. Je merkt het aan het getreuzel van de kinderen, de grappen die net te lang doorgaan en aan de korzeligheden van de ouders.
‘Ik wil mijn knuffel.’
‘Hij stoort, de TV stoort!’
‘Is Bob de Bouwer al geweest?’
Ook hij is moe en klampt zich vast aan de eindeloze zinsherhalingen, waarvan ik weet dat hij daar zijn gevoel voor veiligheid vandaan haalt. Toch word ik er soms helemaal dol van. Rust, reinheid en regelmaat. Hier niet.
Gelukkig hebben we als ouders een avond rust en kunnen een film kijken. De kinderen liggen in bed.
Even hapert het beeld.
‘Hij stoort, hij stoort’, roepen we gelijktijdig.
We lachen er maar om.
Bijsluiter Bijna non-fictie
-
Papagaaitje leef je nog
-
Tonen
Bij de ingang van de dierentuin staat de fanfare in vol ornaat te spelen.
‘Juffrouw, hier zit ik!’ roept hij enthousiast heen en weer zwaaiend naar zijn leerkracht van vorig jaar.
De dierentuin bestaat vijfenzestig jaar, de fanfare vijfentachtig jaar. De muzikanten mogen gratis naar binnen in ruil voor een optreden. De juf zwaait met een paar vingers naar hem, terwijl ze vrolijk doorspeelt.
Verderop zit het opleidingsorkest, daarin speelt zijn twaalfjarige broer. We luisteren naar een nummer, daarna rijd ik hem naar achter.
Tussen twee nummers in ziet hij zijn broer.
‘Hallo broer van mij! Kijk eens hierheen!’
Alle orkestleden draaien zich lachend naar hem om. Op één na, die zwaait vluchtig en kijkt meteen weer naar de dirigent.
-
Groot hart
‘Weet jij waarom een hart zo belangrijk is?’
Als hij op bed ligt probeer ik de dag kort met hem door te nemen. De ene keer lukt dat beter dan de andere keer.
Vandaag is zijn opa geopereerd na een hartinfarct. Vier omleidingen zijn er geplaatst, de operatie is goed doorstaan.
‘Ja, hoor’, antwoordt hij met een wat ondeugende blik.
Een week eerder heeft hij -terwijl de hartproblemen onderwerp van gesprek waren- met dezelfde blik in het ziekenhuis nog aan opa gevraagd:
‘Zeg euh, waarom zijn de bananen eigenlijk krom opa?’
Ik ben benieuwd naar wat hij gaat antwoorden op mijn vraag.
‘Zonder hart kan je niet verliefd worden’, zegt hij op samenzweerderige toon.
Hem hoef ik niets meer uit te leggen.
-
Gekleurd wit
Op de schrijverssite ‘boekvoorhaar’ wordt maandelijks een thema voorgesteld. Zo’n thema’s was: dicht over een kleur. Het werd een Bijna non-fictie gedicht.
Gekleurd wit
hier dreigt een kind -pasgeboren-
te sterven in het verwarmde bed
en naast hem en daarnaast
de dood leeft op monitoren
in monotoon gepiephij sluipt tussen witte jassen
langs de witte wanden
in spuiten of door slangen
en lacht de fluisterartsen
uitdagend in het gezichtzijn stem buldert geluidsloos
voor de goede verstaander
terwijl ik mijn ogen richt
op wat mijn kind is kleuren
mijn angsten al mijn gedachtenwit
en elke seconde klopt een adem
een hartslag een ogenblik
langzaam maar trefzeker
de hoop mijn hoofd in op
een lang en kleurvol leven
-
Onder controle
‘Ik sla je helemaal in elkaar!’ schreeuwt hij.
‘Daar zou ik niet op rekenen’, zeg ik.
‘Kom maar op!’ antwoordt hij.
We hebben de spelcomputer weer eens in gebruik. Om de paar maanden wordt deze een paar dagen intensief gebruikt, daarna moeten we hem weer een poosje opbergen.
We hebben gekozen voor boksen. Op het TV-scherm en vanuit de speakers wordt afgeteld:
‘Three, two, one, fight.’
Hij stuitert van plezier bijna uit zijn rolstoel. Zijn armen zwaaien ongecontroleerd wild in het rond. Hoe blijer hij is, hoe minder grip hij op zijn bewegingen heeft.
‘Kom op jij, ouwe!’
Ik kan niet op tegen de snelheid van zijn slagen. Hoe ik mijn best ook doe, ik verlies keer op keer.