(voor Marlies S.)
Hooggevoelig zei je zacht
het kind dat jij beschermde brak
door de rimpels van je lach
vuurde twinkel in je ogen
zocht onbekommerd woorden
die jij tot diepe dichten vormde
Aan zoveel zinnen gaf jij toe
bundels zwaaiend tonend hoe
een flamboyant bestaan nog rijker
zwierde hoe je liep en sprak
hoe de kleding naar jou kleurde
een kwetsbaar schild zo tedersterk
Toen wij elkaar nog één keer troffen
je hardop naar mijn naam bleef
zoeken leek je in dat kind
weer teruggekeerd daar waar
je nu zelfs niet meer bent
te vinden
Laat een antwoord achter aan Job Weessies Reactie annuleren