(naar een paradox van Zeno)
Als ik aftel vanaf acht,
acht dagen vanaf nu,
dan zijn er op de vierde dag
vier dagen nog te gaan.
Ben ik op die vierde dag,
is dat twee maal twee.
Zo halveer ik in gedachten
steeds opnieuw mijn afteltijd.
Naar één dag, naar een half,
naar een kwart en naar een achtste.
Naar secondes en nog kleiner.
Eindeloos halverend blijf ik weg bij nul.
Zo lijkt elke afstand in de tijd,
halverend onbereikbaar.
Want onbereikbaar is mijn doel,
opdat jij straks nooit
exact een jaar geleden
van ons weggegleden bent.
Geef een reactie