Vroeger voelden de dikke muren
van deze kerk vertrouwd
in het vaste ritme van de week.
Pepermunt, een houten kont, de veel te lange preek
voor een jongen van mijn leeftijd.
Gedachten dwaalden dan telkens
langs mijn voeten naar beneden,
naar de resten van het Groot Romeinse Rijk.
Dwaalden naar de goden die hier aanbeden werden
nog voordat Werenfridus er zijn eerste stappen zette.
Dwaalden naar de in elkaar vervlochten heiligdommen
van Romeinen en Bataven,
op de plek waar dit gebouw eeuwen later pas is opgericht.
Naar de muren van de tempels die zijn opgediept
vanonder de ooit aan puin geschoten toren.
Kerken zie ik nu alleen nog maar
van binnen, als toeristisch tijdverdrijf.
Toch galmen door die toren als ik hem vanuit de verte zie
de woorden in mijn hoofd: keer toch terug
en weet je toekomst weer te plaatsen.
(Informatie over de kerk.
inzending voor DE LAAGLANDSE ARCHEOLOGIE-POËZIEPRIJS. Geen prijs 🙂 )
Geef een reactie