sonnet


  • de dag dat ik dichter wilde worden

    Soms blijf je schaven aan een gedicht, ookal is het een niemandalletje. Dat leidde tot versie II. Na versie II komt de oorspronkelijke versie.

    de dag dat ik dichter wilde worden (II)

    al uren dat ik voor de spiegel stond
    -ik liet gedichten aan de schrijver horen-
    daar trad opeens mijn evenbeeld naar voren
    zacht sprekend met een spiegelende mond:

    ’ach wend je blik eens af en kijk nu rond
    verlaat je hoofd gevoel mag jou gaan storen’
    gesproken klanken geselden mijn oren
    de waarheid raakte telkens weer mijn wond

    dit wíl ik niet dus ik besluit te vluchten
    gehoon van een reflectie is mijn deel
    de trap af om mijn hart nu snel te luchten
    hier bij mijn lief waar ik een kusje steel

    zij onderbreekt dan plots mijn zware zuchten:
    ’Lief schatje zeg eens drink jij niet teveel?’

     

     

     

    de dag dat ik dichter wilde worden (I)

    toen ik uren voor de spiegel stond
    trad mijn evenbeeld opeens naar voor
    ik schrok en had toch eigenlijk niet door
    dat ík hier sprak met spiegelende mond

    ‘wend je blik eens af en kijk nu rond
    verlaat je hoofd en geef je hart gehoor’
    gesproken klanken geselden mijn oor
    de waarheid raakte telkens weer mijn wond

    terwijl ik wegvlucht en de trap afdaal
    valt er mij een scheldpartij ten deel
    ik moet dit kwijt vertellen allemaal

    en zie mijn lief waar ik een kusje steel
    slechts net begonnen stopt ze mijn verhaal
    ‘ach schatje zeg eens drink jij niet teveel?’


  • in de werkplaats honderdtwintig woorden

    Oorspronkelijk geplaatst op 120w.nl.

    in de werkplaats honderdtwintig woorden
    (een proeve om in 120 woorden een sonnet te schrijven, waarbij de titel meehelpt)

    in de werkplaats honderdtwintig woorden
    wordt elke letter steeds opnieuw ontdekt
    zie hier hoe beelden worden opgewekt
    in klanken die we eerder nooit eens hoorden

    soms wordt een lijntje te lang opgerekt
    sirenes die heel simpel ons bekoorden
    dan is het zaak om deze uit te moorden
    voorkomen dat de vorm de inhoud nekt

    na deze klus het openbaar toneel
    een ieder neemt het werk in ogenschouw
    dan valt gejuich of hoon het stuk ten deel

    de vingers van de schrijver zijn al blauw
    toch hoopt hij dat men zegt van het geheel
    ‘hij schudde vast dit schrijven uit zijn mouw’