Gedichten


  • het regent en misschien ga jij dood

    het regent en misschien ga jij dood
    en het park waar ik alleen
    de druppels hoor spatten
    op de stof van mijn plu
    lijkt net zo verlaten als ik me nu voel

    het regent en het weiland
    waar ik op uitkijk met twee
    dravende hazen die niet lijken
    te weten dat jij net twintig
    en hoe ik loop te ontwijken

    verloren in woorden
    op weg naar de kamer
    in dat kille gebouw waar
    ik jou meer moet vertellen
    dan over die rottige regen


  • Tijd verdrijven

    als ik roerloos liggen blijf
    en even stop met denken
    geen aandacht schenk aan
    het verglijden van de tijd
    liggen donker niets
    geen seconde geen minuut
    geen uren dagen weken
    maan de slinger tot een staken
    geen beweging zachtjes stil
    en ik die alles vasthoud
    in een tijdloos universum
    waarmee ik jou dan beter denk
    te houden want
    als de klok niet tikt
    kan niets ons ooit nog raken
    het noodlot ons nog tarten

    tot ik weer die slagen voel en
    even woel en langzaam
    in beweging kom

    omdat we allebei geboren zijn
    met veel te grote harten


  • Haal het

    ik tel de halen van de pomp
    die op jouw commando zucht
    de lijnen op het scherm
    deinen zachtjes met je mee
    in deze kamer slingert tijd
    met het ritme van de puffen
    één twee
    enne
    één twee
    zo hoef ik even niet
    die vraag te stellen
    of we in jouw strijd nu
    samen slagen maken

    of dat ik langzaamaan
    begonnen ben
    met af te tellen


  • Droomstrijder

    ik zie de draadjes aan je leven
    en je leven aan een draadje
    ik hoor je ritmisch ademhalen
    voel je warme klamme huid
    je operatiehemd deint
    op het kloppen van je hart
    bekwame handen knappe koppen
    aan je bed een pomp zucht
    zachtjes met mij mee:

    o nee o jee o nee

    alles wat gebeurt dient
    om je harnas op te tuigen
    samen ga jij toch alleen met ons
    die aan de zijlijn staan
    maar jij als echte vechter weet
    diep in slaap je strijd te voeren


  • Zondagmiddag 31 graden

    het water heeft hun handen nodig
    de lucht hun schater en de deur
    de opening die het bezoek
    alleen in klank naar buiten laat

    de tuin mijn ogen voor zijn kleuren
    en mijn neus de geuren zelfs
    de warmte mijn bevroren houding
    de chips mijn dochters krakend malen

    de tuin de buren en een opzetbad
    vooral mijn dochter die hier net zat
    zo weet ik steeds opnieuw bepalen
    waaruit mijn wereld echt bestaat