Gedichten


  • Sleutelkind

    Er schuilt een kind in mij
    Bang is hij en klein en zo verdrietig
    Hij jengelt dwars door mijn negeren heen
    Vertrap ik hem, keert hij weer terug
    Ik drijf hem steevast in zijn hoek
    Die stomme, domme, kleine jankerd
    Bange sukkel, aandachtstrekker

    Er schuilt een huilend kind in mij
    Onhoorbaar luid, zo luid
    En huilt maar door onafgebroken
    Hoe doof ik me ook houd van binnenuit
    Dit huilen jarenlang al meegekregen
    Komt nergens in mijn ogen uit
    Laat mijn mondhoek niet meer trillen

    Er schuilt een kwetsbaar kind in mij
    Dat juist voor mij niet weg wil vluchten
    Zit hij wankel in een hoekje nietig
    Wachtend om zijn hart te luchten
    Hoe kleiner ik hem houd
    Hoe groter hij zich toont
    Een kind dat enkel schuilen wil

    Er schuilt als mij een kind in mij
    Bang is hij en klein, maakt mij verdrietig
    Ik zou hem toch eens moeten zoeken
    Ik zou hem toch eens troosten moeten
    Ik zou hem eindelijk eens moeten tonen
    Als mij en hij zou mij, mij ook
    Maar bang ben ik en klein en te verdrietig


  • Kreukelzone

    niet knarsend of piepend
    zelfs niet met een knal
    gewoon afslaan en stilstaan
    geen sleutel meer
    en alles gaat voorbij

    waarom wachten op de hulpdienst
    als je van de kaart af bent
    waarom terugkijken om te zien
    hoe je jong nog van het pad afraakte
    toen je koos om niet meer
    voor jezelf door te kunnen gaan

    waarom steeds de gordels om
    waarom steeds die banden strak
    waarom telkens weer verstikken

    waarom blijven hangen kennelijk bevalt


  • Over de rand

    in Parijs viel een man van het trottoir
    en stierf in negen hele uren
    levend in de goot
    langs hem liepen mensen opgewekt voorbij
    tot een clochard hem meldde
    op een paar minuten van zijn dood

    te sterven aan desinteresse
    aan gemak om over alles heen te kijken
    aan de kou die naar je botten trekt
    omdat het klimaat al langer kil is
    omdat de warme stem al langer stil is

    en als er al gesproken wordt
    we vooral maar horen willen
    wat de eigen stem ons zegt
    ontwaakt! wordt er geroepen
    maar niemand wordt gewekt
    ontwaakt wordt er gezegd
    tegen de spiegel van de eigenliefde
    tegen de spiegel die alleen
    jouw eigen beeld wil vormen


  • Binnenkomen

    vandaag maakte ik het mee
    hoe jij binnenkwam
    en iedereen viel stil
    te stil
    toch kwam jij in die stilte
    binnen
    bij mij
    en iedereen
    zoals jij binnenkwam
    en weer ging

    jij maakte het
    wat een leven!


  • Voor je vertrekt

    je hebt nog een afspraak, een afspraak met mij
    morgen dacht ik, ja morgen, vandaag even niet
    je hebt nog een afspraak, dus wees maar op tijd

    zet je mooiste lach op, die lach die ik ken
    laat jij je maar horen, zodat ik weet dat jij komt
    morgen die afspraak, die afspraak met mij

    druk jij je voeten, weer luid op de grond
    op weg naar de afspraak, van morgen met mij
    neem iedere ruimte, de ruimte die jouw is
    mee naar de afspraak, morgen met mij

    plof op de bank neer en waai jij je lijf maar
    dans jij je armen en benen weer lekker breeduit
    vergeet niet die afspraak, die afspraak morgen met mij

    er is dus geen reden,
    geen enkele reden, geen reden voor mij
    om niet te verschijnen, morgen die afspraak en jij bent erbij

    geen dokter, geen tandarts
    geen kapper nee niets
    komt er tussen die afspraak,
    jij en die afspraak, morgen met mij

    de tijd heb ik vaststaan, in agenda van mij
    het begin dan, geen einde
    in afspraak, geen einde voor mij

    dus wees op die afspraak, die afspraak met mij

    en weet zelfs overlijden, jouw overlijden:
    die accepteer ik dus niet
    voor die afspraak van morgen, die afspraak met mij

    die afspraak van morgen,
    kom wees er voor mij