Imaginary friend

‘Wat vind je van de Nicaraguaanse vrouwen?’ vroeg één van de vrouwen aan mij.
Ze keek niet helder uit haar ogen en haar borsten vielen, als ze naar voren boog, bijna uit haar hemd. Ze boog vaak naar voren.

We hadden het nog niet door, maar in Europa stond de Berlijnse Muur op het punt van vallen. Tot afgrijzen van de Sandinisten zou Doña Violeta Chamorro over een paar weken verkozen worden tot president van Nicaragua en in Panama Stad had het hoofd van de defensiemacht Manuel Noriega zich net aan de Verenigde Staten overgegeven, nadat het Noord-Amerikaanse land met veel machtsvertoon een interventie had uitgevoerd.
Costa Rica was temidden van de ontwikkelingen in de buurlanden een enclave van rust. Ik was eenentwintig jaar oud en nog steeds verbaasd dat ik na een sollicitatieprocedure geselecteerd was om hier stage te mogen lopen. Over borsten had ik vaak gedacht, gedroomd en ook wel naar gekeken, maar verder had ik er weinig ervaring mee.

‘Ik vind ze erg vriendelijk, net als alle mensen in dit mooie land,’ antwoordde ik diplomatiek.
Ze keek me lachend aan met haar wankele blik.

Ons toeristenvisum kon opnieuw aangevraagd worden als we minimaal een week het land uit waren geweest. Hoewel we stage liepen bij verschillende overheidsorganisaties, hadden we nog geen vergunning om langer dan drie maanden in het land te verblijven. Met zijn vieren vertrokken we naar de Nicaraguaanse hoofdstad Managua, waar een Costa Ricaanse kennis voor zijn werk verbleef.

‘Zou je ze niet wat beter willen leren kennen?’
Haar blote voet gleed onder tafel langs mijn onderbeen naar boven. De drank had me al in de greep, maar haar actie werkte ontnuchterend.

De busreis was lang en ongemakkelijk, vooral, omdat de zitplaatsen niet ingesteld waren op mensen van mijn lengte. Bij de grens wisselden we verplicht zestig dollars om voor Cordoba’s. Daarmee werd ik voor het eerst en het laatst van mijn leven tot nu toe, miljonair.

‘Hoe bedoelt u?’ vroeg ik naar de bekende weg.
Ze moest lachen om het u, dat ik gebruikte, omdat ik de vervoegingen voor je te ingewikkeld vond.

De kennis had een eenvoudige woning, met naast een woonkamer, drie slaapkamers en twee badruimtes. We verdeelden de twee logeerkamers, die via één van de badruimtes met elkaar verbonden werden.
Deze badkamer stond vol met pannen en emmers, die om de dag gevuld werden met water, omdat het staatswaterleidingbedrijf maar één keer per twee dagen de kraan open zette.

‘Hoe ze voelen en hoe je met ze kan spelen. Kan jij goed spelen?’
Ze sprak me aan zonder haar blik af te wenden en zonder te knipperen met haar ogen. Het bloed trok naar mijn hoofd. Ze likte met haar tong langs haar lippen. Om mij heen sprak iedereen door. Mijn benen durfde ik niet te bewegen. Haar voet streek op en neer.

Onze gastheer reed ons rond in zijn versleten auto, die volgens hem nog maar een paar jaar oud was. Natuurlijk liet hij ons ook het nachtleven ervaren.

Zo kwam ik naast haar te zitten.
‘Ik heb een vriendin in Nederland,’ loog ik.

Het plein werd door allerlei barretjes omringd.  Het was toegankelijk via een centrale ingang waar entree betaald moest worden. We trokken genoeg aandacht. Vage en minder vage bekenden van onze gastheer kwamen voorbij, schoven aan, vertrokken weer of bleven hangen. Europeanen, student of niet, waren interessant en rijk. Uiteindelijk bleven een echte vriend en twee nieuw verworven vriendinnen hangen.

‘Zij hoeft dat toch niet te weten?’
De voet kroop weer omhoog.
‘Ik heb haar trouw beloofd toen ik naar Midden Amerika vertrok,’ verzon ik verder.
‘Van mij krijgt ze niets te horen hoor,’ vervolgde ze met een knipoog. Het was onmogelijk om haar borsten niet te zien.
‘Voor Nederlanders is trouw heel belangrijk.’
Ze keek langdurig naar me. Glimlachte. Nam een slok rum. Haalde haar voet van mij weg en richtte zich tot mijn mede-reisgenoot.


Geplaatst

in

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *