Terugkeren

‘Hee, je moet de andere kant op hoor.
‘Ik steek mijn hand in de hoogte en loop door.

Het park was de afgelopen maanden mijn domein. In 8 maanden naar een marathon. Een dun boekje met strakke schema’s, die ik met een ijzeren discipline volgde. Ik ploeterde door de regen, de wind en dwars door de zonnestralen heen. Hardlopen bleek een heerlijke sport om te beoefenen.

‘Meneer de andere kant op hoor.’
‘Ja, ja,’ zeg ik nauwelijks hoorbaar voor degene die me aanspreekt.

Ik houd niet van teamsporten, of competitiesporten. Niet van trainingen met anderen. Niet van naborrelen. Ik loop. Alleen. Op mijn eigen tijd in mijn eigen tempo, volgens de richtlijnen uit het boekje.
Stel uzelf een doel. Schrijf u op tijd in voor een heuse marathon. U zult merken dat dit u zal blijven motiveren, tijdens uw training.
De hardlopers in het park groeten elkaar. Ik niet. Oortjes in en blik op de weg. Als oogcontact niet te vermijden is: een vinger, kort omhoog.

‘Hebben ze de route gewijzigd?’
Ik antwoord niet meer.

Het klopte wel. Ik had me ingeschreven voor de marathon in mijn woonplaats. Een marathon precies acht maanden nadat ik met het lopen was begonnen. Ik wilde de marathon halen, hem helemaal uitlopen. Mijn loopschoenen had ik met zorg uitgekozen in de gespecialiseerde winkel, net als mijn kleren. Op elk weertype was ik voorbereid. Alleen met onweer liep ik niet.
‘Je moet het zelf weten. Het is jouw keuze,’ had mijn vriendin gezegd, ‘als je maar weet dat ik niet met je meedoe.’
Ik vond dat prima.

‘Is de wedstrijd al afgelopen?’
Ik loop door.

Vanmorgen meldde ik me met het rugnummer dat ik opgestuurd had gekregen. Formaliteiten werden uitgewisseld. Heerlijk. Korte zinnen. Enkel informatie.
Het vak dat me toegewezen was, kon ik niet missen. Het was er overvol. Het was het vak voor de renners met een te verwachtte finishtijd tussen langzaam en nooit aan zullen komen. Voor de beginnende renners, die nog geen tijd in een officiële wedstrijd neer hadden kunnen zetten.
Muziek met zware bassen en hoog snerpende tonen schalde uit de luidsprekers boven mijn hoofd. Een constante stroom aan nauwelijks verstaanbare zinnen, van een te enthousiaste spreekstalmeester wist het geluid van de muziek te overstemmen.
Mensen botsten tegen me aan, terwijl ze sprintjes op hun plaats trokken. Ik struikelde over scheenbenen van rekkende en strekkende medelopers. Rode hoofden van inspanning, nog voor de loop was begonnen. Mijn neus prikte regelmatig in bezweette oksels. Het stonk. Er werd gerocheld en gespuugd op de grond.

‘Hee buurman. Sportief geweest?’
‘Heu.’

Ik boog me voorover om mijn veter te strikken. De loper voor me had een zweetplek in zijn broek. Van zijn kruis tot zijn bilnaad. Zijn warming-up was succesvol geweest. Het startsignaal klonk, terwijl ik nog gebogen stond. Een compacte kudde lopers liep op mij in. Ik viel voorover. Toen ik weer overeind kwam, keerde ik me om.

‘Zo, jij bent snel weer thuis. Hoe ging het? Ik wilde net een pizza in de oven schuiven.’


Geplaatst

in

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *