Het regent al dagen aan één stuk door en het lijkt nog steeds niet op te houden. Het dak had gerepareerd moeten worden, maar voorlopig is het in mijn voordeel.
Buiten rotten de aardappelen, de spinazie en de bieten weg. Er is niets tegen te doen. Een inspectie is nauwelijks mogelijk, omdat mijn laarzen zich vastzuigen in de modder, wat het lopen onmogelijk maakt. Het is ook niet nodig. Vanaf de weg, waar nietsvermoedende bestuurders met hun blik gericht op het asfalt voorbijrazen, is te zien hoe de pas gevormde plantjes verzuipen in het tijdelijke meer dat bezit van het land heeft genomen.
De loods zal dit jaar leeg blijven. De landbouwwerktuigen vullen de ruimte onvoldoende om de holle klank weg te nemen. Ik schreeuw niet meer. De wanhoop die tegen de muren weerkaatst en via het schuine dak op mij neerduikt, het hoeft niet meer.
Thuis zullen de lichten automatisch aangaan. De tijdschakelaars sturen de lampen op verschillende momenten aan. Om inbrekers te misleiden, heb ik de tijdstippen per dag ontregeld. Net als mijn leven. Het kan weken duren voordat iemand de verlatenheid doorheeft.
Ina is weg. Samen met onze dochter. Een andere man, die zoveel beter is. Die haar werkelijk aandacht geeft. Die niet alleen maar met zijn werk bezig is.
‘En Destiny gaat met mij mee. Je hebt toch geen tijd voor haar.’
Ze had gelijk. Voor haar geboorte vond ik het een mooi idee. Een dochter met een naam voor de toekomst, een naam naar een ras. De aardappel die hier rondom mij nu in groten getale op zou moeten bloeien, om later op de bank terug te keren. Voor de televisie. Met haar. Cola en chips en een meidenfilm. Ik had geen tijd. In alles zit de rot.
De druppels spatten naast me op de grond. Uit gewoonte heb ik de deur vergrendeld. Drie mannen waren bieten aan het oogsten op mijn land. Toen ik ze daarop aansprak, kwamen ze me achterna, met de rieken naar voren gestoken. Hun geschreeuw was angstaanjagend en leek iedere menselijke toon te missen. Het spoorde me aan tot een sprint die mijzelf verbaasde. Ik schoof de balk in de vergrendeling en bleef drie uur binnen, voordat ik de schade op durfde te nemen. De mannen waren verdwenen, net als de bieten, die op de totale opbrengst geen invloed hadden. Ik sprak geen vreemdelingen meer aan, die zich op mijn land lieten zien. Vaak was mijn aanwezigheid al genoeg om hen snel te laten verdwijnen. Kleine ergernissen, die weinig invloed op de oogst zouden hebben. Zo keek ik ook naar Ina en haar vriendschap voor hem. Ik had dieper moeten kijken en hem als een pseudo-schimmel moeten herkennen.
Als ik mijn lichaam iets verplaats, kan ik mijn mond precies onder het lek manoeuvreren. Met gesloten ogen weet ik de pijn beter onder controle te houden. Daarnaast beschermt het me tegen de spetters die vanaf mijn wang en jukbeen omhoogschieten. Wanneer de juiste positie gevonden is, zou ik ze weer kunnen openen, maar de druppels die van boven op mij afstormen maken me bang. Al twee dagen lang.
De ladder ligt naast me op de grond. De zak die ik van boven wilde pakken, ligt nog steeds op dezelfde plek. Zoals te vaak reikte ik te ver en kreeg er geen vat op. Langzaam gleed ik onderuit.
Buiten schieten de auto’s voorbij. Ina ligt naast haar vriend. Het zijn zekerheden. Ik weet ze, zonder het te zien.
Destiny slaapt.
De regen zal stoppen. Ooit.
Samen met de aardappels, de spinazie en de bieten, rot ik langzaam weg.
Geef een reactie