‘Natuurlijk weet ik dat deze openingszin één van de slechtste zinnen is die ik kan bedenken, maar hij zal je, zeker na mijn volgende actie, voor altijd bijblijven.’
Snel buig ik voorover en lik met mijn volle tong over haar linkerwang.
Nu moet ze mij haar andere wang toe keren, denk ik.
Ze zit bovenop de barkruk. In een zomerjurk, met spaghettibandjes. Een diep decolleté, waar het zweet de warmte zichtbaar maakt. Haar rechterelleboog steunt op de toog. Een vaasje bier in haar hand. Daarnet glimlachte ze in een evenwijdige lijn aan de verchroomde buis, waarvan de spiegeling haar lach leek te geleiden door de ruimte.
Als ik dronken ben, durf ik alles. Zie ik alles. Het ontbreken van een BH, de contouren van een borst. Het wegdenken van de stof, die het lichaam bedekt. Dan weet ik, dat ik onweerstaanbaar ben.
Even kijkt ze me recht in mijn ogen aan. Langzaam zet ze haar glas neer en haalt in een korte beweging, genadeloos uit.
Ik zie het plafond. De houten bladen van de ventilator, die langzaam ronddraaien, maar toch verkoeling brengen. Er zit kauwgum onder de stoel. Een doorgescheurd viltje plakt halverwege tegen de tafelpoot. Ik lees de aantekeningen. Piet moet het potje hebben gewonnen. Hij heeft de meeste streepjes achter zijn naam staan. Achter mijn naam staan meer dan vijftienhonderd streepjes. De dagen dat ik niemand gekust heb. De eerste dag met een streep, was de dag dat ik niet meer samenwoonde. Gewoon vertrokken. Geen zoen. Elke streep een verloren dag, een dronken dag.
De barkruk is leeg. Ze staat boven me.
L’Origine du monde, denk ik, maar tegenwoordig scheert iedereen zich toch?
De straal lijkt gericht op mijn mond, maar spettert over mijn hele gezicht. Het is ontnuchterend.
Ik geloof niet meer in fantasie.
Doodgeslagen bier plakt mijn haren aan de grond. Ik proef het.
De deur slaat dicht.
‘Gaat het?’ vraagt de barman.
Hij buigt zich over me heen. Mijn beide handen sla ik om hem heen.
Eindelijk een dag waar ik geen streep achter zet.
Streep
Tags:
Geef een reactie