“Hallo.”, groet hij iedereen die te lang naar hem of zijn rolstoel kijkt.
Hij wacht bij de accordeonist als ik een karretje pak.
We gaan de winkel in.
Meestal blijft hij bij het magazijn naast de flesseninname staan. Medewerkers lopen regelmatig heen en weer. Genoeg te zien.
Als ik alles heb gaan we richting de kassa.
Ik zet hem bij de uitgang naast de schuifdeuren. Ondertussen reken ik af.
Buiten staan de kinderen die wachten op mensen die spaarkaarten of -poppetjes weggeven. Zij mogen niet binnenkomen.
“Kijk eens jongetje voor jou.”, hoor ik iemand zeggen.
Ik zie dat meer mensen hem wat gegeven hebben. Hij zegt netjes dankjewel.
Het is oneerlijke concurentie. Ik zeg maar niet dat hij niets spaart.
Binnenlopen.
Tags:
Geef een reactie